In het begin was het universum verdeeld in twee delen gescheiden door een grote kloof, de Ginnungagap (gapende leegte). Aan de ene kant was er licht en hitte en het eerste deel bestond dan ook uit vuur en werd bewoond door vuurreuzen. De naam van dit gebied was Muspel. De leider was Surtur (Zwart).
Aan de andere kant was er koud nevelig duister, want het tegendeel bestond uit ijs en rijp. Dit gebied werd Nifel genoemd. In dat ijselijk gedeelte leefde een oerkoe, Audhumbla genaamd. Zij likte steeds aan het ijs, haar bron van voedsel. Door het ijs te likken bevrijdde ze de ijsreus Ymir, die door Audhumbla ook meteen voedsel had, namelijk haar melk. Als hij iets pittigers wilde, ging hij naar de rand van de kloof, stak zijn hand omhoog zodat het roet van de vuurwereld erop bleef hangen en likte dit af.
Audhumbla likte ook nog een andere reus, Búri, vrij uit het ijs. Deze oerreus is de stamvader van alle reuzen en goden. Uit hem is ook de reus Borr voortgekomen die samen met de reuzin Bestladrie zonen kreeg: Odin, Vili en Vé. Zij zijn de drie eerste goden. Deze drie zonen van Borr doodden Ymir, die een soort reuzenplant was geworden, omdat hij het licht wegnam. De drie broers brachten Ymir naar de Oerruimte en maakten uit zijn lichaam de wereld zoals wij die kennen. Zijn levenssap (of bloed) werden meren en zeeën, uit zijn vlees kwam de aarde voort en de bergen uit zijn botten. Stenen en keien waren uit zijn kiezen en botsplinters gemaakt. Zijn bloed (de zee) hield de wereld bijeen. De drie broers namen zijn schedel en maakten hiervan het uitspansel. Dit werd over de wereld geplaatst en werd verlicht door de hemellichamen.
De mensen werden gemaakt van het hout dat de zonen van Borr op het strand vonden. Ze waren zonder leven; daarom gaf Odin hen adem, leven en spraak. Vili gaf hen bewustzijn en beweeglijkheid en Vé het uiterlijk en gehoor. De drie goden gaven hen ook kleding en een naam: Ask en Embla. Ask was de man en Embla de vrouw. Van hen stamde het menselijk geslacht af.
Bifröst, een regenboog, is de brug die de goden maakten. Zij leidt naar de hemel en bestaat uit vlammen. Om die reden berijden de goden ze te paard, behalve Thor: hij moet lopen omdat hij zijn paard verloren had. Daardoor moet hij tevens eerst door twee rivieren om zijn voeten te blussen voordat hij de hemel in komt. Enkel de Asen moeten naar de hemel, want daar, bij de voet van Yggdrasil, moeten zij bij de bron van Urd rechtspreken.
Yggdrasil is de heilige wereldboom: zijn takken spreiden zich uit over de gehele hemel en ver daarboven. Zijn drie wortels houden hem staande, slechts één daarvan steunt op de wereld. Deze levensboom wordt bevolkt door allerhande magische wezens, waaronder elfen en draken.Alle bekende goden
Odin
Odin is de alvader, de 'oppergod', van de Noordse mythologie aan wie veel van de andere goden hun bestaan te danken hebben. Hij is onder andere de vader van Thor. In de Germaanse mythologie staat hij bekend als Wodan. Odin gaf de dichtkunst en de magie van de runen aan de wereld, hij had een enorme dorst naar kennis en wijsheid. Hij gooide zelfs een oog van zichzelf in Mimir's put om een slok wijsheid te mogen drinken. Hij hing zichzelf ook op aan Yggdrasil, de boom van de kosmos, om de kennis van de dood te vergaren. Hij werd gereanimeerd door de magie van de boom. Hij is de god van de oorlog, dichtkunst, wijsheid en kennis en woonde in zijn paleis 'Valhall' of 'Walhalla'.
Hij was zelf geen krijger, maar hij inspireerde veel krijgers wel om 'berserk' te gaan. Zijn voorliefde voor strijd en oorlog zorgde ervoor dat de Vikingen Odin aanbeden. Tijdens de Joeltijd reed Odin op 'Sleipnir', zijn achtbenige hengst. Hij werd vergezeld door twee raven Hugin (Gedachte) en Munin (Geheugen), die voor hem de wereld rondvlogen om nieuws en wijsheid te verzamelen. De moedigste krijgers werden door de Walkuren opgehaald en naar Odin gebracht om samen met hem in Walhalla elke dag te trainen voor Ragnarok. 's Avonds werd er altijd een zwijn, Saehrimnir, gekookt door Andrhrimnir. Odin had geen eten nodig, hij gaf het vlees dat hij samen met de Einherjar deelde altijd aan zijn 2 wolven, Geri en Freki, voor hem was mede zowel drank als voedsel. Een belangrijk aspect van de verering van Odin was het offeren door ophanging. Ook werd gedacht dat zelfmoord door ophanging een snellere weg naar het Walhalla was. In Ragnarok was Odin voorbestemd om tegen Fenrir, de reuzenwolf, te vechten en door de wolf vermoord te worden. De dag woensdag is naar hem (Wodan) vernoemd door de Angelsaksen. Odin heette in Nederland waarschijnlijk 'Woen', hiervan is dus onze woensdag afgeleid.
Thor

Freya
Freya is de godin van de liefde en de schoonheid. Ze had naast haar goede karakter ook een meer vurige kant. Van tijd tot tijd werpt ze zich met evenveel vuur in een veldslag als een Walkure. Dat is ook de reden waarom Freya soms wordt aangezien als de vrouwelijke aanvoerster van de Walkuren. Odin is en blijft echter hun échte aanvoerder. Freya is oorspronkelijk een van de Wanen.
Freyr
Freyr is de zoon van de zeegod Njord en de broer van Freya. Hij is onder meer de god van de vruchtbaarheid en de lente. Zijn bekendste attributen zijn het gouden everzwijn Gullinbursti, zijn rijdier, het opvouwbare gouden schip Skíðblaðnir en zijn zelfvechtende zwaard, dat werd gesmeed door de witte elfen. Ook Freyr is oorspronkelijk een van de Wanen.
Njord
Njord is de vader van Freya en Freyr. Njord is de god van de zee. Oorspronkelijk is ook hij een van de Wanen. Hij koos ervoor om in Asgaard te wonen samen met de Aesir, toen de Wanen en Aesir vrede sloten. Zij die Njord vereerden konden rekenen op een veilige tocht over zee. Mannen die veel land bezaten en veel zonen hadden werden ook door Njord beloond. Njord had een heel vriendelijk en rustig karakter; hij was degene die de zee bedaarde als de andere zeegod Aegir de zee woest gemaakt had. Njord hield van kusten met meeuwen, zwanen en andere heilige vogels. Hij was ook de oorzaak van zomerregen. Skadi (een reuzin) koos Njord als echtgenoot. Dat ging echter niet zomaar. Skadi was vertoornd omdat de goden haar vader hadden gedood. Ze eiste een van de ongetrouwde goden als echtgenoot. De goden stemden in, op voorwaarde dat Skadi alleen de voeten van de ongetrouwde goden zou mogen zien. Skadi wist wie ze zou gaan kiezen. Balder, de mooiste van alle goden. Toen ze een stevig en mooi paar voeten zag, wist ze zeker dat deze van Balder waren. Ze waren echter van Njord, die zo`n mooie voeten had gekregen omdat hij er veel mee door de zee waadde. Dus Skadi trouwde met Njord. Het huwelijk werd geen succes omdat geen van beide op de woonplaats van de ander kon leven. Njord kon niet in de bergen leven, hij miste het geluid van de meeuwen en haatte dat van de wolven. Bij Skadi was het precies omgekeerd. Dit was een geluk bij een ongeluk, zo waren de goden Skadi niks meer schuldig en hoefde Njord niet met haar samen te wonen.